Over Fiona
Beelden van Dieren

Begin
Het begon allemaal in Artis in 1988. Toen ik dieren als model ging gebruiken groeide mijn fascinatie voor zowel hun verschijningsvorm als hun gedrag. Dieren vormen sindsdien een onuitputtelijke bron van inspiratie. Dat daar wel wat aan veranderd is vanwege de huidige biodiversiteit-crisis is misschien niet zo vreemd. Veel dieren die ik verbeeld zijn bedreigd. Zoals de exotische Pangolin en dichter bij huis de Eikelmuis. Het liefst zie ik de dieren die ik verbeeld dan ook in de vrije natuur, dat is niet altijd (meer) mogelijk. Daarom ben ik nog steeds wel te vinden in dierentuinen maar vind ik het vooral interessant als deze meewerken aan enige vorm van natuurbescherming en educatie of herintroduceren van dieren in het wild. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de Vale gieren uit Artis die onlangs zijn uitgezet in Sardinië. En met succes. Vogels en dan vooral ook roofvogels zijn voorbeelden van dieren die ik graag observeer, teken, boetseer en in steen een gezicht geef.
Liefde
De liefde voor dieren begon al in mijn jeugd. Het echte ‘zien’ begon dichtbij, bij de apen. Met hen ontstond echt contact. Door ze te observeren, te tekenen en te boetseren leerde ik ze niet alleen van buiten, maar ook van binnen kennen. Hun karakter, stemmingen en eigenaardigheden. Zo zag ik steeds duidelijker hoe elke soort zijn eigen kenmerken heeft en ieder dier zijn eigen persoonlijkheid.
Ik wil het door mij bestudeerde dier zo vanzelfsprekend mogelijk weergeven. Dan gaat het niet alleen om de verschijningsvorm. Mijn bedoeling is dat een beeld ook het innerlijk van een dier weergeeft. Op die manier kan ik zowel het gedrag als de verschijningsvorm van dieren goed tot uiting laten komen in een beeld. Aan de hand hiervan maak ik beelden in zowel steen als brons.
Belangrijk is dat ik beelden wil maken die de natuurlijke kracht en karakter van het dier uitdrukken. Dan kan het ook gebeuren dat ik alleen een fragment van het dier verbeeld. Veer, vacht en vorm zijn belangrijke dragers van ideeën. Zo ontstaan er series van beelden zoals: Vleugel-Landschappen, MIjn Dierbare Dieren, Vlinder-Sillevens, Odes aan andere kunstenaars en nog veel meer.
Door beelden van dieren te maken geef ik het dier een gezicht. Lees hier meer over op de pagina ‘bedreigd‘. Het materiaal wat ik gebruik is bepalend voor de vorm. De (on)mogelijkheden van steen en brons bepalen mede het uiteindelijke karakter van het beeld.
Opleiding
Na aardig wat omzwervingen op scholings- en cursusgebied, kwam ik terecht op de Kunstacademie in Kampen. De kunstacademie sloot niet aan bij wat ik zou willen leren. Met een aantal gelijkgestemden ging ik daarom zelf aan de slag. Van de groten moet je het leren, dus bekeken en bestudeerden we veel kunst in binnen- en buitenland. En tekenden we alles wat lost en vast zat. Artis werd mijn favoriete werkplek. Beeldhouwers van dierenbeelden, de zogenaamde “Animaliers”, inspireerden mij zeer. Waaronder Rembrandt Bugatti, Jaap Kaas, François Pompon, René Sintenis, Ewald Mataré en Hetty Heyster. Ik ging beelden boetseren en laten gieten in brons. Ook ging ik aan de slag met allerlei soorten steen. Een ware ontdekkingsreis. En nog steeds!
HET TOT LEVEN WEKKEN VAN EEN BEELD
~ Robin d’Arcy Shillcock
Over Fiona Zondervan’s werk zou ik kort kunnen zijn: ze maakt beelden van dieren in brons en steen. Achter die vaststelling echter gaat een langdurig proces verborgen, een die plaatsvindt in haar tot atelier omgebouwde loods op het platteland, op de fiets driekwartuur gaans van de stad Groningen. Haar werkplek is een fascinerend universum van machines, takels, brokken steen, op werkbanken uitgestald gereedschap en planken met wasmodellen, een mix van Wunderkammer, Dr. Frankensteins laboratorium en Noah’s ark. Het is een toevluchtsoord dat haar de vrijheid biedt om uit het zicht van kritische blikken haar verwondering en energie om te zetten in het vormgeven haar ideeën, een zoektocht naar het karakteristieke van aap, vogel of viervoeter. Wat het publiek ontgaat is dat wat vol hoop en verwachting begon vaak een moeizame klim is naar het eindpunt, en mogelijk succes.
Dieren geven me houvast in deze wereld, en verbintenis. Het vergt goed kijken, naar de buitenkant uiterlijk maar ook wat binnenin zit, en dan wat ik tot me heb genomen zo goed als ik kan weergeven.
Een beeld maken is spelen met wat is en wat niet is, met positieve vormen, het brons dat ruimte inneemt, en de niet-ingevulde “negatieve” ruimte rondom het beeld. Vertelt de schilder van dieren een verhaal door het dier te plaatsen in een omgeving, Fiona licht het onderwerp uit de context van plaats en tijd, omdat dát juist afleidt van waar het haar om gaat: de manier waarop het dier zit of staat en waarop licht over het oppervlak strijkt.
Een beeld is geen biologische illustratie; de houding, de spiermassa’s, het dier zèlf is het verhaal. Ik tracht accuraat te zijn in de weergave maar niet noodzakelijkerwijs gedetailleerd. Hoe ver moet je gaan met realisme? Het is elke keer bedenken wat wezenlijk is om te vertellen.
Kijk je in haar hart, dan is al wat haar beroert de natuurlijke kracht van een dier. Dan gaat het om het uitpluizen van de synthese van vormen die bepalend zullen worden voor het karakter van het beeld dat ze voor ogen heeft. Het letterlijke vereenvoudigt ze, vervormt het soms, maar het uitgangspunt, gier, lynx, pelikaan, miereneter of oehoe om een paar te noemen, blijft herkenbaar. Een beeld kan elegant zijn, een ander plomp en zwaar; stabiliteit is in alle gevallen belangrijk.
Binnen het oeuvre dat ze over dertig jaar heeft opgebouwd en dat een sterke samenhang vertoont, beweegt ze tussen naturalisme en naar een meer expressionistische uitwerking.
Wat elk beeld van de toeschouwer verlangt is om datgene wat weggelaten is zelf aan te vullen —tussen de subjectieve kijk van de kunstenaar en dat van de beschouwer vormt zich dan de realiteit.
Fiona boetseert in was, een taai proces dat leidt naar veelal handzame en de meer naturalistische beelden in brons, daarnaast is ze beeldhouwer in de ware betekenis van het woord —met haakse slijper en mechanische beitel gaat ze euville, hard Frans kalksteen, en diabaas, een van de hardste steensoorten die er is, en Belgisch hardsteen te lijf. Werken in steen vereist een methodische aanpak, een dat is ontstaan uit een duizenden jaar oude traditie, het eist het lang kunnen vasthouden van het idee, weken, soms maandenlang. Met de hand, met beitel en vijl, zoekt Fiona naar de uiteindelijke vorm, werkend van geometrische, haast kubistische vormen naar zachtere vormen, daarbij strevend naar een balans van hol en bol, van scherp en afgerond, van ruw en zacht —en naar een persoonlijk handschrift ondanks de beperkingen opgelegd door zulk onvergeeflijk materiaal. Stáát de vorm eenmaal, dan is het beeld klaar voor de behandeling van het oppervlak, van schuren en polijsten, een proces van verfijning waarbij het grote gebaar plaats maakt voor de fijne, tactiele motoriek van vingertoppen —alsof ze door streling het dier tot leven tracht te wekken.
Bovenstaande tekst van Robin d’Arcy Shillcock is gepubliceerd in de speciale boekuitgave bij de jubileum tentoonstelling; “Dierbaar Dier” in Museum Møhlmann 2019.
Er zijn nog enkele exemplaren beschikbaar, ga naar de website van het museum om te bestellen.
Misschien leuk om te vermelden dat Robin degene was die mij introduceerde bij Rob en Laura Møhlmann. Beste Beesten, mede georganiseerd door Robin, was de eerste tentoonstelling waar ik toen aan meedeed, dit was in 2006.